Dag 7 – Dinsdag 10 januari

Naar Dunedin

Vandaag rijden we richting Dunedin, 2e grote stad van het zuidereiland. Eerst nog een ontbijt bij Erik en Victoria, afscheid nemen en met een groet ’tot de volgende keer’ gaan we op weg.

Onderweg is een bezienswaardigheid, de Moeraki Boulders. Vroeger dacht men dat dit het werk van goden was. De boulders zijn een paar miljoen jaar geleden gevormd uit modder, klei en calcite. Boulders worden ook op het noordeiland en bij Kaapstad gevonden.

Onderweg zien we een kleine vuurtoren op een heuvel staan aan de kust. We slaan de weg in en uiteindelijk loopt deze dood bij de vuurtoren. We nemen een pad die over deze klif loopt, we zien overal tientallen zeeleeuwen liggen en soms ook vechten met elkaar. Er zijn ook veel jongen zeeleeuwen te zien die in de beschutting van de klif bij hun moeder liggen.

Verder door naar Dunedin, de stad met een fantastisch mooi station, deze was alleen helemaal ingepakt in verband met een renovatie ervan. De spoorwegen in Nieuw Zeeland worden hoofdzakelijk gebruikt voor goederen vervoer, er zijn wel toeristische routes met speciale treinen van dit station. We pakken weer een terrasje voor de lunch vlakbij de St. Paul’s Cathedral en het standbeeld van Robert Burns. We reserveren een camperplek op Portobello Village Tourist Park.

De camperplek is geweldig, het is rustig met niet veel campervans, er is dus ruim plek. Eerst maar eens de omgeving verkennen, we nemen een wandelpad wat iets omhoog loopt. Dat valt tegen, het blijft maar omhoog gaan, er lijkt geen eind aan te komen. Boven aangekomen loopt het pad nu verder naar beneden, tot aan Hooper’s Inlet. We zitten op het Dunedin Otago Peninsula, dus aan 3 kanten zee. Aan het einde hiervan is het Royal Albatross Centre, hier kun je tegen betaling naar albatrossen kijken. We hebben geen zin om dat hele pad terug te gaan lopen, we nemen de weg om de heuvel heen. Gelukkig krijgen we een lift die ons terug brengt naar Portobello.

Op de camping aangekomen, blijkt die inmiddels helemaal volgelopen te zijn. De meeste zijn 30- 40tigers met kinderen die soms een aantal maanden aan het rondtrekken zijn. Ik ga maar eens eten maken in de keuken van de camping, het is dringen bij de fornuizen. Maar het is wel gezellig met al die verschillende nationaliteiten.

Ik kan mijn Craft jasje niet vinden, zo lekker als het ’s avonds wat koeler wordt en je nog even buiten wilt zitten. Morgen maar even verder zoeken.