Dag 21 – Dinsdag 24 januari

Opstaan om 5:30 uur, het is nog schemerig. We zijn niet de enige, het is al redelijk druk buiten. Het is wel vroeg, maar de overtocht duurt 4 uur en dan ben je tussen 12 en 13 uur weer op de vaste wal in Wellington en heb je de hele middag om nog ergens naartoe te rijden.
Om 6 uur staan we in de rij achter allemaal campers, iedere rij bestaat uit auto’s, kleine campers, grote campers en vrachtwagens. Makkelijk voor de beladers om alles in evenwicht te houden. Om 6:30 begint het inladen, dat neemt altijd nog 1 uur in beslag.

Het is mooie en rustige oversteek, je moet je ook wel een beetje vermaken dus we zoeken een paar zetels voor in de boot zodat je naar buiten kunt kijken. We kopen wat te drinken en eten, nog geen ontbijt gehad omdat we zo vroeg op moesten en snel weg. We raken een beetje geirriteerd van een kind wat hen en weer aan het rennen is met veel kabaal. Wegwezen hier en dan maar naar buiten en de zon opzoeken, uit de wind. Als we de baai bij Wellington invaren worden we verwelkomt door dolfijnen die nog even een show weggeven. Duitsers die naast ons staan worden helemaal histerisch ervan.
Het ontladen neemt ook veel tijd in beslag, schuin voor ons staat een vrachtwagen met koeien in de brandende zon, ze gaan flink tekeer. De wagen gaat heftig heen en weer als de koeien aangeven dat ze het warm hebben.

Eindelijk van boord en na 18 dagen South Island gaan we North Island doorcrossen. We nemen eerst de SH1 richting Palmeston North, daarna de SH3 naar Wanganui.
We gaan eerst kijken bij een free camping in de stad, dat is niet helemaal wat we ervan verwachten, oude vervallen wagens met nomaden, kunstenaars etc.
We rijden door en komen in Mowhanau waar een camping is. Dat ziet er goed uit en ook rustig, toch besluiten we nog even door te rijden richting zee, misschien is daar ook iets van vrij kamperen. En inderdaad staan daar 2 campers op een grasveld en mooi uitzicht op de oceaan. Er staat ook een bord dat je daar mag kamperen, stoelen en de tafel eruit. Er gaat en pad naar beneden richting strand, het wordt tijd om een duik te nemen. Het is zwart zand, de hele kustlijn aan deze kant bestaat uit zwart lava zand. De golven zijn best heftig, geen wonder dat je hier alleen tussen de vlaggen het water in mag, anders is het voor de reddingsbrigade niet te controleren of er iemand in de golven verdwijnt. Er is een flinke onderstroming van het zeewater wat zich terugtrekt van het strand.
Na het zwemmen even douchen bij een gebouwtje waar ook toiletten zijn, alles gratis. Wat hebben ze het in Nieuw Zeeland goed geregeld.

We wandelen naar de camping omdat daar een takeaway restaurantje zit. We bestellen fish and chips en een bak garnalen. Het was even goochelen met geld, ze namen alleen cash geld aan of een NZ bankpasje, en dat hadden we niet. Maar aan de andere balie van de camping konden we geld krijgen door met de creditcard te pinnen.
Buiten op een eenvoudig terrasje alles opgegeten, de kok kwam zelfs even naar buiten. Het bleek een nederlands sprekende jonge gast te zijn die hier met zijn ouders woont. Hij moest van zijn ouders ook nederlands spreken, dat kon nog wel eens van pas komen als je meer dan 1 taal zou spreken.

Op ons eigen terras bij de camper naar de ondergaande zon kijken met een wijntje erbij. Op een gegeven moment komt er een man met een opschrijfblokje het nummer van de auto opnemen, en vraagt waar we vandaan komen. Hij woont daar in een luxe huis met uitzicht en wij staan daar voor. Tenminste, zijn huis staat hoger dus kijkt hij over ons heen. Maar hij verteld dat de plek waar we nu staan niet voor campers is, maar ongeveer 100 meter verderop. Maar daar hebben we geen vrij uitzicht! Hij is best schappelijk en we kletsen ongeveer een kwartier over zijn prachtige uitzicht waar we nu in staan.
Het wordt steeds drukker met auto’s en mensen die komen aanwandelen. Ze komen allemaal naar de ondergaande zon kijken, en inderdaad die is prachtig.